Pagina's
maandag 17 oktober 2011
Verslagje zaterdag
donderdag 13 oktober 2011
Zaterdag 15 Oktober 2011: Rivierdonderpadden inventariseren
Samenkomst om 19.30 in de steenbergse bossen aan De Vlamme.
Deze avond zullen we rivierdonderpadden inventariseren rondom de steenbergse bossen. Hiervoor gaan we met zaklampen in het water schijnen. Rivierdonderpadden zijn nachtactieve vissen die dan eenvoudig te vinden zijn zonder de beek te verstoren. Meer info over rivierdonderpadden is op onze blog te vinden.
Einde omstreeks 23u.
Jongeren die de late uren aankunnen zijn ook zeker welkom.
Meebrengen: Warme en stevige kledij en schoensel (het zal koud zijn en er zijn veel netels en dergelijke), fluovestje, sterke zaklamp om in het water te schijnen, eventueel een verrekijker,...
Contact: Diederik Volckaert, 0475614193, staffelientje((ad))gmail.com
woensdag 12 oktober 2011
Rivierdonderpad in Steenbergse bossen
Rivierdonderpadden zijn een zeldzaamheid in Vlaanderen terwijl deze soort in de Waalse Ardennen nog veelvuldig voorkomt. De Vlaamse Ardennen zijn vanwege de vele bronbeekjes nog heel geschikt voor rivierdonderpadden.
Rivierdonderpadden (Cottus sp.) zijn kleine maar dikke vissen die maximaal 15 cm lang worden. Ze hebben een grote platte kop en 2 rugvinnen. Hun borstvinnen zijn sterk ontwikkeld soms lijkt het alsof ze hierop rondhuppelen. De reden dat ze rondhuppelen is omdat zij geen zwemblaas hebben zoals andere vissen. Dit orgaan moet ervoor zorgen dat vissen in het water zweven. Rivierdonderpadden hebben dit dus niet en zinken altijd terug naar de bodem. Vandaar de indruk dat ze huppelen en het misleidende ‘pad’ in de naam. Ze zijn s’nachts het actiefst en dan kan je ze gemakkelijk zijn rondhuppen door met een zaklamp in de beek te schijnen.
Rivierdonderpadden leven in heldere en zuurstofrijke bovenlopen van beken en rivieren. Daar leven ze van insectenlarven en andere ongewervelden. Als ze groter worden eten ze ook kleine visjes en zelfs waterslakken.
Al vroeg in het voorjaar planten ze zich voort doordat het mannetje een geschikte broedplaats zoekt of graaft onder een steen waar hij zal paren met vrouwtjes en de eitjes uitbroed. De jongen komen na 4 à 5 weken uit het ei. Zolang zal het mannetje het nest bewaken, de eieren verzorgen en ze voorzien van voldoende zuurstof.
Deze leuke visjes zijn heel gevoelig voor alle mogelijke vormen van vervuiling. Zij hebben fris, zuurstofrijk, proper en helder water nodig net als hun voedsel. Dit is de hoofdreden waarom ze het hier in Vlaanderen niet goed doen. Een 2de vereiste is voldoende grote stukken steen en hout om zich onder te schuilen en zich voort te planten. Door vervuiling waardoor slib ontstaat of door het veelvuldig schonen van beken en sloten is het lage aanbod van schuilplaatsen een probleem in beken waarvan het water een goede kwaliteit heeft. En derde probleem zijn de vele migratieknelpunten zoals watermolens en slecht geplaatste duikers waardoor populaties geïsoleerd geraken en gebieden niet ge(her)koloniseert kunnen worden. Hierdoor krijgen de kleine populaties die geen genetische uitwisseling meer hebben met andere populaties genetische problemen door inteelt.
Hoewel de populatie in de steenbergse bossen toch al vrij lang moet voorkomen zijn er nog heel wat mogelijkheden tot verbetering. Er zijn nog enkele punten waar rechtstreeks huishoudelijk afvalwater in de beek wordt geloosd. Er is veel inspoeling vanwege agrarische activiteiten. Koeien kunnen rechtstreeks in de Karnemelkbeek kakken, een brandplek van snoeiafval en grof huisvuil zorgt voor inspoeling van verbrandingsresten, pesticiden die rechtstreek en onrechtstreeks in de beek terechtkomen en vermesting van de beek door omliggende akkers en weilanden. En ook grof afval door sluikstortingen ontsiert hier en daar de beek.
Dankzij de vele bronnen van de Steenbergse bossen wordt het vervuilde water verdund waardoor er op de meeste plaatsen een matige tot heel goede waterkwaliteit heerst.
Ook zijn er nog heel wat migratieknelpunten.
zondag 2 oktober 2011
Herfstspinnen
Wielwebspinnen zijn eenvoudig te herkennen aan hun webben. Dit zijn de vlakke webben zoals we ze zouden tekenen toen we nog klein waren. De spinnen zelf zijn over het algemeen te herkennen aan hun dik achterlijf.
hieronder enkele prentjes van veel voorkomende soorten.
Herfstspin (Meta segmentata)
Momenteel zijn er heel veel herfstspinnen te zien in de steenbergse bossen
Kruisspin (Araneus diadematus)